Vertaal
Naar andere talen: • ganar tiempo > DEganar tiempo > ENganar tiempo > FR
Vertalingen ganar tiempo ES>NL
ganar tiempo (ww.) ophouden (ww.) ; opschorten (ww.) ; opschuiven (ww.) ; rekken (ww.) ; temporiseren (ww.) ; uitstellen (ww.) ; verschuiven (ww.) ; vertragen (ww.) ; voor zich uitschuiven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ganar tiempo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aminorar
ES: anudarse
ES: aplazar
ES: cortarse
ES: dejar en suspenso
ES: demorar
ES: demorarse
ES: diferir
ES: postergar
ES: retardar